Ik loop De Spil binnen. Het is maart 2020. Vandaag staat het witten van ons kapelletje op het programma. Typisch een klus waar je normaal niet aan toe komt, maar nu alles stil ligt, is er alle tijd voor. Het huis is koud en het is er ijzig stil. Ik merk dat ik een brok in mijn keel krijg. Dit huis is een huis van ontmoeting, van warmte en samen eten. Hoe lang moeten we nog buiten bedrijf blijven?

Terwijl ik het plafond wit, merk ik dat de brok in mijn keel groter wordt. Ik wordt overspoeld met gedachten: “gaat De Spil dit wel redden?, hoe gaat het verder nu alles in de wereld zo is veranderd? en wat nu als ik ziek word?”. Het voelt als een donker gat waar ik langzaam in gezogen word.

Dan is daar opeens die Bijbeltekst in mijn gedachten uit Mattheus 6 ‘Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last’. Deze tekst loopt als een rode draad door mijn leven. Ik ben er talloze keren mee geconfronteerd. En hij heeft me nooit in de steek gelaten. Toen ik in 1998 met Marjolein trouwde, was dit onze trouwtekst. In tijden van zorgen, werkloosheid en onzekerheid is hij altijd ons anker geweest.

Ik vind het zo mooi dat Jezus hier zegt ‘maak je dus geen zorgen’. Geen advies als ‘ik raad je aan om je geen zorgen te maken’, maar een heel krachtig ‘doe het niet’. Geen ruimte voor twijfel hier. Gewoon niet doen. Ook mooi dat onze lasten niet gebagatelliseerd worden. Elke dag heeft lasten, dat wordt niet ontkent of ontkracht. Maar de last van die dag is genoeg.

Als we ons meer zorgen maken dan de dag van vandaag, dan worden we overbezorgd. Dat gaat dan boven onze pet. Jezus zegt het verderop heel nuchter “wie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn leven toevoegen?”.

Met deze tekst wordt eens te meer duidelijk dat van ons gevraagd wordt om in het hier en nu te leven. We krijgen de kracht van God om te dealen met de last van vandaag. We kunnen geen voorschot nemen op de dagen die nog gaan komen. Dan verliezen we dus meer kracht dan we hebben gekregen en plegen we roofbouw op onszelf.

Toen wij trouwden was het thema van de preek “onze zorgen, Gods zorg”. En die belofte geldt voor ons allen. Want als je in dat zelfde hoofdstuk leest hoe God zorgt voor de lelies in het veld en de vogels, dan kun je niet anders concluderen dat wij in Zijn ogen vele malen meer waard zijn.

Dat betekent niet dat we niet ziek zullen worden of dat er geen zorgen zullen zijn. Wel dat Hij zorgt. In het hier en nu leven dus. Door ons te richten op de zorgen van vandaag. Gedachten die doorslaan in zorgen, maken we, zoals Paulus zo mooi zegt, ‘krijgsgevangen’ en geven we terug aan de Heer. Eenvoudig? Zeker niet! Gelukkig hebben we een heel leven om dit te trainen.

Maarten Goossensen
Coördinator De Spil

Het is zondagmorgen, de laatste dag van het weekend Keltische spiritualiteit. Het heeft gevroren, de rijp heeft zich meester gemaakt van het park Doornburg. Buiten is het is koud en bewolkt. Binnen brandt de kachel in het Koetshuis.

Emma heeft ons de afgelopen dagen meegenomen in de wereld van de Kelten en hun spiritualiteit. Er gaat een wereld voor mij open. Een spiritualiteit van meer dan duizend jaar oud, maar nog o zo bruikbaar.

De Kelten zien in de schepping de diepe liefde van de Schepper. Geloof en kunst lopen naadloos in elkaar over. We bewonderen het vlechtwerk van het Keltische kruis. Zonder begin en eind – net als Gods liefde.

De Kelten gaan graag op Pelgrimsreis. Op zoek naar plekken waar God dichtbij is. Een reis ondernemen omdat je op zoek bent, naar het heilige. Dat klinkt nog eens anders dan een vakantiereisje.

En dan is het zondagmorgen. Het is berekoud en Emma heeft een leuk idee. We krijgen een opdracht die we dit keer buiten gaan uitvoeren. Brrr. Wie verzint het! Door diep adem te halen, te ruiken en te voelen worden we ons bewust van de schepping. We krijgen de opdracht om het park in te gaan en een symbool van God mee terug te nemen. Kijk om je heen, ga niet bewust op zoek maar sta open voor wat zich laat vinden. Dan worden we losgelaten, we mogen het bos in.

Ik loop een tijdje rond en kom bij de serene begraafplaats van de zusters van de priorij terecht en word geraakt door de graftekst “Naar U strek ik mijn handen uit”. Er dwarrelt een blaadje naar beneden dat op het graf valt en ik besluit het mee te nemen. Dan heb ik in ieder geval iets, denk ik nog.

Ik sta op van het graf en draai me om en plotseling breekt de zon in volle kracht door de wolken heen. “Schepper van de zon, U groet ik”  zeggen de Kelten en ik besluit deze ochtend maar mee te doen. Het licht is overweldigend en raakt me aan. Een moment om vast te houden of vast te leggen en ik besluit een foto te maken.

Kijkend op mijn schermpje raak ik verwonderd door het kruis dat zich openbaart in de  zon. Een knipoog. Wat een verrassing. Dit moment zal mij altijd dierbaar blijven.

Berno B.

Het is stil en donker in de kapel. Zojuist hebben we het evangelie naar Lucas gelezen en hebben we gehoord over het leven van Jezus. Over Zijn geboorte, Zijn leerzame verhalen en genezingen. De troost die Hij aan mensen gaf. We hebben als het ware met Hem de maaltijd gevierd op donderdag. We waren ontzet vanwege Zijn arrestatie, het lijden en de dood op vrijdag. Dat kwam tot uiting in de wandeling door het park. Op zeven plaatsen stonden we stil met het kruis en lazen we een Bijbelgedeelte en zongen we een lied. We zagen ’s avonds de film “Erbarme dich”, een raamvertelling met de Mattheüspassion als rode draad.

Het is stil in de kapel, maar dan horen we muziek. In de verte slaat de klok twaalf keer. Het is middernacht en de brandende Christuskaars wordt de kapel binnen gedragen. Hij is opgestaan. Het klinkt onwaarschijnlijk nog, maar dan dringt het tot ons door dat Hij het zelf had gezegd. Na drie dagen zou de Mensenzoon uit de dood opstaan.
Inderdaad, de Heer is waarlijk opgestaan!

Het is feest en we ontsteken een vuur en eten en drinken erbij. Op het Nieuwe Leven. De volgende morgen is er een overdadig ontbijt en gaan we opnieuw het park in voor een Paasjubel op het grasveld. De warme zon, het jonge groen van de bomen, de vlinders… ze zorgen voor extra vreugde.

De periode rond Pasen gaat soms door alle drukte ongemerkt aan je voorbij. Je staat op Eerste Paasdag wel stil bij Zijn opstanding, maar alle gebeurtenissen komen allemaal zo gefragmenteerd op je over. En dus kozen mijn vrouw en ik voor een Paasretraite bij de Spil. Een periode waarin we maar op één ding gericht waren, de lijdensweg van Jezus, maar ook Zijn opstanding. Maar, ook een periode van ontmoeting met andere christenen.

Een mooie tijd waarbij de definitie van De Spil: klooster en herberg, prima tot zijn recht kwam. Goed eten en slapen, de mooie natuur van het Park Doornburgh en de regelmatige vieringen in de kapel, waarbij de liturgie zich aanpaste aan de bijzondere dagen rond Pasen.
Dit keer is Pasen niet ongemerkt aan ons voorbij gegaan.

Pieter Maan,
Deelnemer Paasretraite in De Spil (18-21 april 2019)

Vandaag (11 november 2018) bereikte ons het droevige bericht dat onze ‘founding father’ Victor van Heusden is overleden. Victor (70) leed aan een slopende ziekte waarbij hij gelukkig nog lange tijd actief mocht zijn. In juni j.l. bezocht hij voor het laatst onze medewerkers-bijeenkomst. Wij zijn hem en zijn vrouw Tonny dankbaar voor de wijze waarop zij als pioniers retraitecentrum de Spil met passie en toewijding hebben vormgegeven.

Gedurende bijna 25 jaar lang was Victor, eerst als directeur en later als medewerker betrokken bij de Spil. Het begon allemaal met een ontmoeting met de Taizé gemeenschap die hij als Youth for Christ medewerker met jongeren bezocht. Daar ontdekte onze bevlogen grondlegger wat stilte de jongeren bracht. In alle eenvoud stelden zij hun boerderijtje in Giessenburg voor gasten beschikbaar. Hij bouwde een kapelletje in de tuin en vierde drie maal op een dag het getijdengebed. Door de jaren heen zijn vele gasten geraakt door zijn warme en gastvrije betrokkenheid.

Kenmerk van Victor was de vrolijke noot met een serieuze ondertoon. Victor heeft aan de wieg gestaan van wat nu de nieuwe monastieke beweging wordt genoemd. Hij proefde als het ware in een vroegtijdig stadium dat onze individualistische samenleving behoefte heeft aan gastvrije plekken waar ruimte is voor stilte en ontmoeting met jezelf en met God.

Wij zijn Victor en Tonny dankbaar voor de vele jaren van liefdevolle inzet en koesteren zijn nalatenschap. Onze gedachten gaan uit naar zijn dierbaren. Wij bidden hen Gods vrede en troostvolle nabijheid toe.

Bestuur, medewerkers en coördinatieteam van de Spil.

Eén huis, acht mensen, voor even teruggetrokken uit het dagelijkse leven. Ieder met zijn eigen verlangens en gedachten. We zijn samengekomen in De Spil voor een retraite over Keltische spiritualiteit, de spiritualiteit van het alledaagse.

Het intrigeert me hoe volstrekt normaal het is voor de Kelten dat God overal en altijd is, in de kleinste dingen van alledag, waarbij wij hedendaagse westerlingen ons kunnen afvragen of het niet te onbenullig is voor God. Een gebed bij de afwas? Bij het opmaken van mijn bed? (‘Ik maak dit bed op in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’) Hij ziet me aankomen, zo belangrijk is dat bed toch niet..? Maar als ik het tot me door laat dringen, besef ik meer en meer dat de Kelten gelijk hebben: Gods aanwezigheid in het alledaagse maakt mijn bezigheden zinvol, ik doe het met Hem. Want als je iets samendoet met iemand van wie je houdt, dan maakt het niet meer zoveel uit wat je doet, want je doet het samen. Als je dan alweer de pannen wast en de borden droogt, ontdek je opeens in het sop, in de weerspiegeling van een zeepbel een prachtige regenboog… Ik ben langzaam aan het verkelten.

Eén kapel, acht mensen. De Christuskaars brandt. We knielen neer bij het kruis. Telkens weer geniet ik van de stilte, de liederen en gebeden, de woorden uit de Bijbel. En in de geborgenheid van de kapel ervaar ik opnieuw de verbondenheid met de Vader, de Zoon en de Geest. Onze God, Drie-in-Eén.

Eén kruis, acht mensen. We staan in het park achter De Spil en vieren in de buitenlucht de grootheid van God in onze zelfgemaakte ‘kapel’ met kruis, Christuskaars en bloemen. De Kelten leefden in de natuur en herkenden daarin de hand van hun Schepper. In storm en stilte, in rivieren en de stralende zon. Ik realiseer me dat de God van de Kelten ook mijn God is en ik kom opnieuw onder de indruk van onze God en zijn creativiteit in alles wat Hij gemaakt heeft. De hele aarde en de onmetelijke hemel zijn één grote tuin waarin Hij allerlei moois geplant heeft.
We vieren in het park met liederen, stilte en gebeden. Ieder bidt zijn eigen Keltische gebed en ik verwonder me over de veelzijdigheid van deze mensen en hun gebeden. Stuk voor stuk prachtig en stuk voor stuk weerspiegelen ze een ander stukje van Hem, onze liefdevolle, genadige God, die ons zegent en beschermt.

Eén kring, acht mensen, we nemen afscheid van elkaar en deze prachtige plek. We begonnen als vreemden, nemen afscheid als bekenden, ieder op weg naar zijn eigen dagelijkse leven. We zingen elkaar de zegen toe. Dat we elkaar weer mogen ontmoeten, in dit huis of ergens anders in deze grote tuin van onze God…

May the peace of the Lord Christ go with you,
wherever He may send you.
May He guide you through the wilderness,
protect you through the storm.
May He bring you home rejoicing
at the wonders He has shown you.
May He bring you home rejoicing
once again into our doors.

Marleen Hol
Deelnemer retraite Keltische spiritualiteit

x

Donation

Test