De menselijke bestaanservaring is dat ons leven gefragmenteerd is. Dat geldt zeker voor de westerse mens. Waar God steeds meer in de marge verdwijnt, nemen de ‘namaakgoden’ (Keller) het over. En zo raken we uit een groter zins- en zijnsverband en wordt het steeds moeilijker de verschillende fragmenten van ons leven bijeen te houden. In het ondergaan van deze soms pijnlijke bestaanservaring kan het verlangen ontkiemen. Het verlangen naar heelheid, ondeelbaarheid, eenheid, verbondenheid. Het verlangen naar God.
Wie ons retraitecentrum De Spil binnengaat, komt als eerste een tekst van Augustinus tegen op de wand van de hal: Onrustig is ons hart, tot het rust vindt in U. Veel van onze retraitegasten komen binnen met een bepaalde onrust en met een – soms onbestemd – verlangen. Die onrust heeft vaak te maken met het jachtige en gefragmenteerde leven dat mensen leiden. Daarin zijn ze vaak iets kwijtgeraakt; zichzelf, God. Een retraite biedt de ruimte, rust en stilte die nodig is om te ontdekken welk verlangen er onder die onrust ligt en om gehoor te geven aan dat verlangen.
Wat er in een retraite vooral gebeurt is ‘vertraging’ en ‘ordening’. In deze beide processen neemt onze ‘kapel’ een cruciale plek in. Vertraging vindt daar plaats op verschillende wijzen, in een liturgie die deels ontleend is aan Taizé. De Bijbellezing wordt door de stilte die erop volgt een soort ‘lectio divina’, de verschillende stiltemomenten brengen de deelnemers terug bij zichzelf en bij God, het herhalen van liederen (vooral die uit Taizé) geeft de kans om tekst en melodie te laten indalen. Ook ordening vindt in de kapel plaats, bijvoorbeeld door de afbeelding van Jezus op het kruis. Jezus die op de as van het kruis zit en het brood deelt, temidden van een kring van mensen, dichtbij of verder weg van hem. Dit beeld roept als vanzelf de vraag op waar ik me zelf bevindt in die kring van mensen, in relatie tot Jezus. Een vraag die mijn leven in dit perspectief plaatst en daarmee mijn bestaan bij-een, bij de Ene brengt. De getijdengebeden zelf – drie keer per dag – ordenen ook het dagritme. Op de een of andere manier werkt dat heilzaam. Dat is ook mijn eigen ervaring, die niet alleen gevoed is in onze eigen kapel, maar door de jaren heen ook in Taizé, op Iona en tijdens kloosterverblijven.
Bij het nadenken over het thema van deze column kwam opeens het woord ‘defragmentatie’ bij me boven. Defragmentatie is het optimaliseren van de ordening van gegevens op een harde schijf van een computer, met als doel deze weer sneller te laten werken. Eigenlijk is een retraite ook een proces van defragmentatie, maar niet op de digitale manier van een computer. Er is wel sprake van ordening – bijvoorbeeld doordat het eigen bestaan in een nieuw perspectief komt te staan – , maar die heeft niet als doel ‘beter presteren’. Een retraite is wat anders dan ‘even mijn batterij opladen’. Wat ik bedoel met de overeenkomst tussen defragmentatie en wat er gebeurt in een retraite is prachtig verwoord in het gedicht Want alles is fragment van Abel Herzberg:
Al door het zeggen van het woord deelt men, scheidt men en schendt het alomvattende, dat men niet kent, dat ik aanwezig weet, of alleen maar vermoed, dat ik niet uitspreken kan en toch uitspreken moet, dat mij beheerst, dat mij te luisteren gebiedt. Maar als ik zoek en luister, dan vind ik het niet.
Eén troost blijft: er is in ieder woord een woord dat tot het onuitspreekbare behoort; er is in ieder deel een deel van het ondeelbare geheel, gelijk in elke kus, hoe kort, het hele leven meegegeven wordt.
Egbert van der Stouw